Unilever heeft last van ijsboycot Ben & Jerry's

ROTTERDAM - Diverse Amerikaanse staten zijn van plan hun aandelen in Unilever te verkopen vanwege de ijsrel rond dochterbedrijf Ben & Jerry's. De ijsfabrikant maakte in juli bekend te stoppen met de verkoop van zijn ijs in bezet Palestijns gebied. Het verkopen van ijs daar zou niet overeenkomen met "de waarden van de onderneming". Die beslissing heeft nu ook gevolgen voor moederbedrijf Unilever.

Verschillende Amerikaanse staten hebben besloten om hun aandelen in Unilever te verkopen, wanneer het bedrijf er niet in slaagt Ben & Jerry's zo ver te krijgen het beleid aan te passen, aldus het FD. Volgens de zakenkrant geldt in 35 Amerikaanse staten een wet die het staatspensioenfondsen verbiedt te investeren in bedrijven die betrokken zijn bij boycots van de staat Israël.

Alhoewel Unilever het oneens is met de ijsboycot, kan het moederbedrijf van Ben & Jerry's weinig aan de situatie veranderen. Ben & Jerry's werd in 2000 door Unilever overgenomen. In de koopovereenkomst was afgesproken dat het bedrijf autonomer kan opereren dan andere ondernemingen binnen Unilever. Zo heeft het bedrijf een onafhankelijk bestuur dat de bevoegdheid heeft om te beslissen over de maatschappelijke missie, de merkintegriteit en het beleid van het bedrijf.

Volgens Hanneke Faber, verantwoordelijk voor de voedingstak van Unilever, zorgt de kwestie voor "schuring" binnen Unilever. "Ze willen geen ijs meer verkopen in bezette Palestijnse Gebieden. De rest van Unilever wil die beslissing niet nemen", aldus de topvrouw tegen het FD.

In het vervolg zal Unilever bedrijven niet meer zoveel vrijheid geven. "Onze nieuwe merken hebben ontzettend veel vrijheid. Maar bij geen enkel ander merk is de besluitvorming zo ingewikkeld als bij Ben & Jerry's. Dus nee, dat gaan we niet meer doen."





Laatste nieuws