Veel variatie in hoe vleesvervangers scoren qua gezondheid

Evelien Mertens, onderzoeker en lector Voedings- en Dieetkunde aan de Erasmushogeschool Brussel, onderzocht de voedingswaarden en gezondheidsvoordelen van kant-en-klare vleesalternatieven. Ze concludeert dat kant-en-klare vleesvervangers over het algemeen gezonder zijn dan het dierlijke alternatief, maar er is een sterk verschil tussen producten. Mertens keek naar het aantal calorieën, vetten, vezels, eiwitten en het zoutgehalte.

Mertens bekeek in totaal 520 producten in 13 verschillende categorieën. De vegan en veggie gehaktalternatieven bleken net als stukjes, reepjes of blokjes nutritioneel gezien het best te scoren. Burgers op basis van peulvruchten bevatten gemiddeld te weinig eiwitten. Kaasburgers, noten- en zadenburgers en de worsten bevatten relatief veel vet. Het verzadigd vetgehalte was bij elke categorie van kant-en-klare vleesalternatieven wel lager dan de norm van 5 gram per 100 gram, net als het zoutgehalte.

Om goed te kunnen vergelijken met vlees, werden de voedingswaarden van 625 vleesproducten opgenomen in de databank. Zowel vlees als de kant-en-klare vleesalternatieven werden verdeeld in 10 categorieën op basis van naamgeving en gelijkenis met de dierlijke tegenhanger. Het bleek dat plantaardig gehakt en spek qua voedingswaarden veel beter scoren in vergelijking met dierlijke tegenhangers.

Een plantaardige steak blijkt niet gezonder dan een steak van vlees. Een veggie steak bevatte gemiddeld 1,3 gram zout per 100 gram. Bij een echte steak is dat 0,3 gram per 100 gram. Een echte steak bevat gemiddeld 25% meer eiwit en drie keer minder vet. Eenzelfde portie van een plantaardige steak bevat gemiddeld ook de helft meer calorieën. Alleen qua vezels doet plantaardige steak het beter. Plantaardige kipreepjes bevatten drie keer minder verzadigde vetzuren, maar wel vier keer meer zout. Op vlak van eiwitten scoort echte kip ook iets beter.